ProProf Magazine nummer 34

De zomer is officieel voorbij en een nieuw seizoen in het betaalde voetbal is weer begonnen. Een seizoen dat is gestart met een groot aantal verrassende uitslagen. PEC Zwolle was zelfs een aantal weken de koploper in de eredivisie. Leuk voor de neutrale toeschouwer en waarschijnlijk een gevolg van het feit dat ‘sterkmakers’ zijn vertrokken naar een buitenlandse competitie en dat de gemiddelde leeftijd bij de traditionele topclubs een stuk lager is dan een aantal jaar geleden. PSV brak in het begin van de competitie bijna wekelijks een ‘leeftijdsrecord’. Verrassend maar zeker zorgwekkend zijn de uitslagen van onze clubs die Europees speelden. Het gros van de clubs lag er al uit voordat er om het ‘echie’ werd gespeeld. Zij haalden de poulefase van het Europese voetbal niet eens. Door te verliezen van Luxemburgse en Roemeense tegenstanders neemt Nederland op dit moment een beschamend lage plaats in op de coëfficiëntenlijst van dit jaar. Een ontwikkeling die koste wat kost gestuit moet worden om ervoor te zorgen dat ons land en onze competitie niet afglijdt naar een bedenkelijk niveau waarbij ook onze landskampioen straks verplicht wordt tot het spelen van voorrondewedstrijden in de Champions league. Dikke kans dat we het in dat geval moeten stellen zonder internationaal voetbal op het hoogste niveau. Wellicht dat de voorgenomen UEFA-maatregelen in het kader van Financial Fair Play Nederlandse clubs in een betere uitgangspositie kunnen brengen. Verderop in dit nummer meer hierover. Daarnaast is er de afgelopen weken veel te doen geweest over de mogelijke aanpassingen van de flexwet. De regering is voornemens om deze wetgeving aan te passen om werknemers een betere positie op de arbeidsmarkt te garanderen. Iedere werknemer zou nu na twee contracten of na maximaal twee jaar een vaste aanstelling moeten krijgen. Eerder was dat na drie jaar. Bij cao zou deze termijn eventueel opgerekt kunnen worden naar vier jaar. Deze veranderingen zouden mijns inziens een bom leggen onder ons voetbal. Elke werknemer en dus ook elke speler heeft na maximaal vier jaar een contract voor onbepaalde tijd. Na die periode kan hij met inachtneming van de wettelijke opzegtermijn ‘gratis en voor niets’ naar een andere werkgever vertrekken. Op het eerste gezicht lijkt dit fijn voor spelers die het betreft maar dat is schijn. Omdat er geen afkoopvergoedingen meer hoeven te worden betaald zullen clubs veel minder inkomsten krijgen, daardoor zullen ook de salarissen van de spelers dalen. Voor de clubs is er dan ook minder reden om afspraken te maken in cao-verband waardoor, zeker aan de onderkant, een hoop rechtsbescherming zal wegvloeien. Ook zullen clubs niet langer investeren in jeugdopleidingen omdat dat niet meer loont. Immers de opgeleide speler zal zonder vergoeding naar een buitenlandse club kunnen vertrekken. Belangrijk om te vermelden is dat de regeling alleen zou gelden voor Nederland. De landen om ons heen hebben hier geen last van en kunnen dus bij ons ‘proletarisch’ komen winkelen. Gelukkig heeft minister Asscher onlangs aangegeven dat er op bovengenoemde wetgeving een uitzondering zal worden gemaakt voor het voetbal aangezien de regering ook de bezwaren ziet. Nu maar hopen dat deze uitzonderingspositie voor het voetbal ook door de Tweede en Eerste Kamer komt. In dit magazine valt ook hierover meer te lezen. Verder in dit magazine een artikel over matchfixing, een onderwerp dat sinds kort op de voetbalagenda staat. In augustus nodigde het openbaar ministerie ProProf en andere belangenverenigingen uit om in gesprek te komen over de manieren waarop de overheid en de sector zouden kunnen bijdrage aan een eerlijke en schone voetbalbranche. Tot slot komen natuurlijk ook weer een aantal voetballers uitgebreid aan het woord. In dit nummer de keeper van Go Ahead Eagles, een topschutter van PSV en een international van Feyenoord. Over international gesproken, het Nederlands elftal doet het gelukkig nog steeds uitstekend en heeft zich al geplaatst voor de WK. Maar dan is het alweer zomer…