ProProf Magazine nummer 12

Woensdagmiddag: een zacht briesje, een stevig zonnetje, prachtig voetbalweer dus. Op het veld van JOS in de Amsterdamse Watergraafsmeer werken een kleine dertig kinderen, verdeeld over vier groepen, een training af. Een spandoek langs het veld laat weten dat het hier gaat om de club Only Friends. Op het eerste gezicht zie je niets bijzonders aan de spelertjes. In hun rode trainingspakken doen ze conditieoefeningen, ze spelen een partijtje en ze schieten penalty’s. Wie wat beter kijkt ziet dat de meeste kinderen een handicap hebben, lichamelijk of verstandelijk. Het is de eerste ploeg deze middag. Hierna zullen er nog twee aantreden. Links van de goal traint Dennis Gebbink met een groepje van drie kinderen van wie de beperking duidelijk zichtbaar is. Ze zijn alledrie nauwelijks in staat ‘normaal’ te lopen, maar ze storten zich met hetzelfde enthousiasme op de bal als kinderen die niet gehinderd zijn door lichamelijke ongemakken. Jeff assisteert Dennis. Jeff heeft Down en speelt normaal gesproken ook bij de club, maar loopt vandaag stage. De linkspoot speelt in hetzelfde team als Myron Gebbink, de zoon van Dennis om wie dit alles is begonnen. Twee jaar na zijn geboorte kwam aan het licht dat Myron motorische problemen heeft. Hij is licht spastisch en heeft evenwichtsstoornissen. Dennis’ wereld stortte in. “In de sport gaat het om wát je bent. Je moet presteren, sterk zijn,” vertelt de voetballer die jaren in de hoogste klasse van de amateurs speelde. “Ik wilde me niet laten kennen en ging nog vaker naar de sportschool dan voorheen, in plaats van voor mijn gezin te zorgen. Opeens kreeg ik blessures: spierscheuringen in mijn kuiten. Ik kreeg pijn in mijn borst, kon niet meer slapen. Stress had ik nog nooit gehad. Mensen die met een psycholoog gingen praten vond ik stom. Uiteindelijk kwam ik bij een haptonoom terecht en daar heb ik voor het eerst in vijf jaar gehuild. Nu kan ik beter omgaan met de handicap van Myron, maar ik heb wel een litteken op mijn hart. Ik vind het een groot onrecht dat zulke jonge ‘gassies’ al zoveel moeten meemaken.” VERDRIET Toen Gebbink zijn zoon wilde laten voetballen kreeg hij de kans zijn verdriet positief te gebruiken. “Er was gewoonweg geen club waar Myron volwaardig lid kon zijn. Een aantal clubs hebben G-teams, maar dat vond ik zo rot klinken. Bovendien zijn die vaak bestemd voor kinderen vanaf een jaar of vijftien. In reguliere teams was het maar even leuk. Na verloop van tijd stoorden teamgenoten zich aan zijn beperking. En voor hem was het daar ook niet leuk. Als het erom ging spannen werd hij eruit gehaald en denk maar niet dat hij een corner mocht nemen. Toen besloot ik zelf een team op te richten: Only Friends. Ik begon met acht kinderen, maar het waren er al snel meer. Vaak zie je dat voetbal voor gehandicapten op een speeltuinachtige manier wordt weggezet. Dat wilde ik zeker niet. Waarom zouden deze jongens niet in een mooi tenue en met goede ballen willen spelen? Ik speelde in het eerste van AFC met de directeur van Umbro en die was bereid ons te steunen. Wat dat betreft paste alles als een puzzel in elkaar. “We zijn begonnen in 2000, nu hebben we 130 leden. We spelen in drie groepen: de eerste groep is behoorlijk beperkt, de tweede is alweer beter en met de derde groep kan ik gewoon een rondo’tje doen.” De slogan van Only Friends luidt: ‘We winnen meer dan een wedstrijd’. Er zijn genoeg verhalen waaruit blijkt hoe wáár dat is. Zo mocht Brian nooit meedoen als de jongetjes uit zijn straat buiten voetbalden. Door de trainingen van Only Friends ging hij zoveel vooruit dat hij ineens wel mee mocht doen. En belangrijker, hij heeft nu ineens ook vriendjes. Myron heeft zoveel vooruitgang geboekt dat hij tegenwoordig gewoon de stoep op en af kan stappen, terwijl hij zich daarbij vroeger aan een van zijn ouders moest vastklampen. Keeper Maarten laat zijn rolstoel aan de kant staan als hij onder de lat moet, want ‘een keeper zit niet in een rolstoel’.