ProProf Magazine nummer 17

Onlangs werd de loting verricht voor de Europese Kampioenschappen voetbal van komende zomer in Oostenrijk en Zwitserland. Het Nederlands elftal is in dezelfde groep terecht gekomen als wereldkampioen Italië, vice-wereldkampioen Frankrijk en Roemenië, de winnaar van de kwalificatiepoule van waaruit Nederland zich voor dit kampioenschap plaatste. Volgens kenners heeft Nederland de zwaarst mogelijke groep geloot en is er een wonder nodig om deze ‘poule des doods’ te overleven. Natuurlijk zijn de komende tegenstanders van Nederland niet slecht maar om nu maar gelijk van de poule des doods te spreken, vind ik overdreven. Nederland is op zijn best op een EK. Sterker nog, Nederland presteert de laatste 20 jaar van alle Europese ploegen het beste op een Europees Kampioenschap. Niet alleen werd dit kampioenschap in 1988 gewonnen, gemiddeld genomen werd op vijf achtereenvolgende kampioenschappen minimaal de halve finale gehaald. In 1988 dus de finale, in 1996 de kwartfinale en in 1992, 2000 en 2004 de halve finale. Behalve in 2004 werden we alle andere keren uitgeschakeld door strafschoppen. En dan de tegenstanders. Van Italië en Frankrijk wint Oranje doorgaans op kampioenschappen. Dat wil zeggen, als het niet op strafschoppen aankomt. Gezien het feit dat strafschopseries in de poulefase ontbreken, kunnen die tegenstanders Nederland niet al te veel kopzorgen opleveren, toch? En dan Roemenië. Deze tegenstander ontfutselde Oranje vijf punten in de aanloop naar het EK. Volgens de statistieken duurt het dan minimaal tien jaar voordat aan deze tegenstander weer punten verspeeld worden. Al bij al lijkt Oranje het dus te hebben getroffen met de loting en kunnen we met veel vertrouwen uitkijken naar komende zomer. Ik schat in dat Nederland minimaal de halve finale haalt. En dan nog iets anders. Een paar weken geleden was ik voor een voorlichtingsbijeenkomst bij PSV. Het betrof hier een voorlichting over het scholingsproject voor contractspelers waar de CAO in voorziet. Een van de collega’s haalde een uitspraak van Johan Cruijff aan: “Soms moet er eerst iets gebeuren voordat er iets gebeurt.” Hiermee duidde hij op Niels Kokmeijer. Hij bedoelde te zeggen dat een doodschop het einde van een voetballoopbaan kan betekenen en tegelijkertijd het begin kan zijn van een nieuwe maatschappelijke carrière. Bij de onderhandelingen voor een nieuwe CAO Contractspelers Betaald Voetbal die onlangs van start zijn gegaan maakt ProProf zich sterk voor een calamiteitenvoorziening. Spelers die als gevolg van een ongeval of ziekte niet meer kunnen voetballen, zouden voortaan een goede financiële bijdrage moeten krijgen om bijvoorbeeld de doorstart naar een maatschappelijke carrière te vergemakkelijken. Een ander punt van de spelersvakbonden is om elke voetballer die voor het eerste team van een Betaald voetbalorganisatie speelt onder de CAO te laten vallen. Ook spelers die als amateur te boek staan zouden een beroep moeten kunnen doen op deze belangrijke arbeidsvoorwaardenregeling. Voor de eerste divisieclubs is dit blijkbaar moeilijk te verteren. De term ‘betaald voetbal’ wordt zo wel een heel ruim begrip. Er wordt wél gevoetbald, maar níet betaald. Zo zie je maar, ook hier geldt dat sommige zaken in werkelijkheid anders zijn dan je op het eerste gezicht zou denken. Niets is wat het lijkt.